Maandag 12 april 2001 wordt een mogelijke wijziging van Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering behandeld in verband met de normering van de vergoeding voor de buitengerechtelijke kosten. Dit zijn de incassokosten die incassobureaus en anderen in rekening mogen brengen voor het incasseren van openstaande vorderingen in opdracht van schuldeisers.
De Tweede Kamer wil een wettelijk maximum verbinden aan de incassokosten. In de praktijk hanteren incassobureaus een wildgroei aan incassokosten welke onder dreiging van de deurwaarder vaak door een onwetende schuldenaar worden betaald. Door rechtbanken wordt de staffel van Rapport Voorwerk II gehanteerd voor het veroordelen tot betaling van incassokosten. Deze kosten zijn beduidend lager dan de tarieven die door incassobureaus worden gehanteerd. Per jaar wordt op deze manier ongeveer 140 miljoen euro te veel berekend.
Incassobureaus zijn creatief in te het bedenken van kosten welke in rekening worden gebracht aan de debiteur. Voor het innen van een openstaand bedrag wordt de oorspronkelijk wisselend opgehoogd met rente, incassokosten, incassoprovisie en administratiekosten. Soms wordt er voor uitbetaling van het geïnde bedrag ook nog eens afhandelingskosten in rekening gebracht. Zoveel als mogelijk worden de kosten doorbelast aan debiteuren, die daardoor op deze manier geconfronteerd worden met veel te hoge kosten. Als het bedrag niet of niet volledig kan worden geïnd, belast het incassobureau deze kosten door aan de opdrachtgever.
Zelfs als het voorstel van de Tweede Kamer wordt aangenomen, dan is het maar de vraag of incassobureaus zich daar wat van zullen aantrekken. Het berekenen van hogere incassokosten wordt sowieso niet strafbaar en en incassobureaus kunnen nog altijd extra kosten op de schuldeisers afwentelen. Vergelijkt u daarom incassobureaus goed met elkaar. Via deze site kunt u gratis en vrijblijven meerdere offertes aanvragen.