Het incassobureau Flanderijn is als proef ingeschakeld door zo’n 100 Rotterdamse sportverenigingen en daaruit blijkt dat de meeste wanbetalers lid zijn van voetbalclubs. Daarna volgen tennis- en hockeyclubs. Sportverenigingen zijn huiverig om incassobureaus in te schakelen als het gaat om de incasso van lidmaatschapsgelden. Maar toch blijkt het probleem best groot te zijn en de hulp van incassobureaus meer dan welkom.
Sportclubs in alle regio’s kampen met betalingsachterstanden en wanbetalers. Volgens eerder onderzoek van Flanderijn, had meer dan 65% daarmee te kampen en liepen de bedragen op tot wel 10.000 euro. Gemiddeld moesten zij 2000 euro afschrijven. Het lijkt erop dat de kredietcrisis deze situatie alleen maar heeft verslechterd. Flanderijn kwam zelfs een club tegen waar een kwart van de leden de contributie nog niet had voldaan. Clubs innen de contributie vaak aan het begin van het seizoen en kunnen in betalinsgproblemen komen door te late betaling.
Bestuursleden en penningmeesters kennen de leden vaak persoonlijk en komen elkaar op en om het veld natuurlijk regelmatig tegen. Zij vinden het dan lastig om de betalinsgachterstand ter sprake te brengen. Zij vinden het logisch dat als je sport, je ook je contributie betaalt. Wanbetalers maken handig gebruik van deze schroom en weten dat er toch geen deurwaarder wordt ingeschakeld. Ook zijn er leden die zich inschrijven en vervolgens niet komen opdagen en dan vinden dat ze contriubtie niet hoeven te betalen. Na overdracht aan een incassobureau valt er vaak een last van de schouders van de penningmeester.
De meeste leden betalen vrijwel direct na ontvangst van de eerste brief van het incassobureau. Zeker als wordt gedreigd met een deurwaarder. De incassokosten worden verhaald op de wanbetaler. Zo schiet de sportvereniging er niet bij in. Uiteindelijk blijkt ruim 80% alsnog betaald te worden. Geld dat goed gebruikt kan worden door de sportverenigingen.