Tienduizenden Nederlanders krijgen binnen kort een belletje van de belastingdienst. Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft dat aangekondigd. De wanbetalers krijgen een belletje omdat ze na een aanmaning en dwangbevel nog steeds niet hebben betaald. Voordat een gerechtelijke incassoprocedure wordt opgestart, is dat het laatste redmiddel. De belastingdienst denkt zo de relatief kleinere bedragen binnen te krijgen.
Op dit moment betaalt ongeveer 6% zijn belastingschuld te laat. Omdat er niet gereageerd wordt op aanmaningen en dwangbevelen, wordt de wanbetaler gebeld. Behalve dat dit voor een deel, extra incassokosten voor de belastingbetaler voorkomt, krijgt de belastingdienst op deze manier sneller zijn geld.
De belastingdienst neemt zo de werkwijze van incassobureaus over die in de zogenaamde minnelijke fase, trachten in overleg met de wanbetaler, de betaling binnen te krijgen. Door het contact met de wanbetaler kan de oorzaak van de wanbetaling beter worden achterhaald. Bovendien kunnen zo betalingsafspraken worden gemaakt die ook kunnen worden nagekomen.
Dat het slecht gaat in de bouw is wel duidelijk. Indirect leidt dat ook weer tot problemen bij andere bedrijven, want volgens kredietbeoordelaar Graydon betaalt maar liefst 10% van de bouwbedrijven haar rekeningen niet.
Ook uit het aantal faillissement blijkt het risico van wanbetaling. Het afgelopen kwartaal ging 63% meer bouwbedrijven failliet dan vorig jaar. In de praktijk is de kans maar klein dat rekeningen van failliete bedrijven alsnog betaald worden.
Bedrijven moeten daarom voorzichtiger worden aan welke bedrijven zij op rekening leveren. Dat kan door bijvoorbeeld de kredietwaardigheid te checken.
Met goed debiteurenbeheer krijgt de betaling van je factuur niet alleen meer prioriteit, ook heb je sneller het risico van wanbetaling in beeld. Op die manier kan je de schade eerder beperken.
In 2011 is het aantal schuldsaneringen gegroeid naar ongeveer 15.000 schuldsaneringen. Dat betekent een groei van maar liefst 30%. In de 2e helft van 2010 is de groei voor een belangrijk deel veroorzaakt door schuldsaneringen van failliete ondernemers. De laatste tijd doet de stijging zich vooral voor bij privé personen.
De toename is begonnen met de de economische crisis. In het begin van de crisis, werd gekrompen in het personeelsbestand. Het aantal startende ondernemingen nam tegelijk toe, voor een belangrijk deel veroorzaakt door ex-werknemers die voor zich zelf begonnen. Bedrijven die het al moeilijk hadden, werden beconcurreerd door hun ex-werknemers met dalende prijzen als gevolg. Afnemende marges gecombineerd met een grote terughoudendheid van banken, zorgen het laatste jaar voor een enorme toename van failliete bedrijven. Naast de toenemende werkeloosheid speelt ook nog eens de malaise in de huizenmarkt een rol waardoor mensen blijven zitten met te hoge lasten of zelfs dubbele lasten.
Het aanvragen van de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) is dus voor steeds meer wanbetalers de enige weg. Alle bezittingen en schulden worden dan vastgesteld door een door de rechtbank aangestelde bewindvoerder. De schuldenaar beschikt dan gedurende de looptijd van 3 jaar over een minimaal inkomen rond bijstandsniveau. Alle inkomsten daarboven worden gebruikt voor het aflossen van schulden. In de praktijk betekent het dat schuldeisers slechts een klein deel van hun vorderingen terugzien. Na de periode wordt de WSNP beëindigd en is de schuldenaar weer schuldvrij en kan hij weer beginnen met een schone lei.
Voor het verkrijgen van de schone lei moet de schuldenaar gedurende drie jaar lang van een relatief klein maandelijks bedrag rondkomen, de beslagvrije voet. Deze bedraagt bijvoorbeeld voor een alleenstaande afhankelijk €601,39 en maximaal €841,94 per maand. De Schuldsanering kan eerder eindigen door een akkoord met de schuldeisers, aflossing van alle schulden of indien weer aan de betalingsverplichtingen kan worden voldaan.
Een snelle rekensom leert u al snel wat er voor u als schuldeiser overblijft, als er al wat overblijft. Een incassobureau kan u adviseren een betalingsafspraak te maken met uw debiteur. In het WSNP register kunt u zelf nagaan of uw wanbetaler al in het WSNP traject is toegelaten. U kunt uw vordering dan indienen bij de bewindvoerder.
Het NIBUD onderzocht onder 2000 huishoudens de reden waarom de een wel en de ander niet heeft te maken met betalingsachterstanden. Ruim 30% van de Nederlandse huishoudens heeft inmiddels te maken met een betalingsachterstand. De hoogte van het inkomen blijkt weinig te maken te hebben met het feit of iemand betalingsachterstanden heeft of niet. Veel meer wordt veroorzaakt de een chaos in de financiële administratie. Een op de drie respondenten geeft aan dat de betalingsachterstand vooral ontstaat na het doen van een grote onverwachte uitgave.
De wet normering buitengerechtelijke incassokosten die door voormalig minister van justitie, H. Ballin is ontworpen en door huidig minister van justitie, I. Opstelten op diverse punten is veranderd, is op 13 maart 2012 aangenomen door de Eerste Kamer.
Per 1 juli 2012 gaat de wet normering buitengerechtelijke incassokosten in werking. In deze wet is het maximale bedrag dat bedrijven mogen aanvoeren als incassokosten wettelijk vastgelegd. De incassokosten worden gemaximaliseerd op basis van het percentage van het verschuldigde bedrag. Zo geldt er voor bedragen tot 2.500 euro een maximale vergoeding voor incassokosten van 15% van de hoofdsom. Is de hoofdsom hoger dan een bedrag van 2.500 euro dan is het percentage dat aangevoerd mag worden als incassokosten, lager dan 15%. Tevens is er een minimaal incassobedrag bepaald en vastgesteld op 40 euro.
Voordat een schuldeiser incassokosten in rekening mag brengen is hij echter wel verplicht om eerst een betalingsherinnering te sturen. De debiteur krijgt vervolgens veertien dagen de gelegenheid om de vordering alsnog te voldoen.
Volgens de wet is de opdrachtgever uiteindelijk zelf volledig verantwoordelijk voor de documentatie incassokosten die hij aanvoert. Deze kosten mogen samen niet hoger zijn dan de bedragen die wettelijk zijn vastgelegd.
Deze nieuwe wet is van invloed op zowel consumenten als bedrijven. Aanbieders mogen namelijk geen torenhoge incassokosten rekenen bij onbetaalde rekeningen, waardoor zij wellicht een andere werkwijze zullen moeten hanteren. Terwijl consumenten beter beschermd worden tegen de hoge incassokosten die tegenwoordig regelmatig gerekend worden.
De rechtbank in Amsterdam heeft geoordeeld dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) geen administratiekosten mag berekenen bij verkeersboetes. Bij belastingen is is dat wel toegestaan, maar bij verkeersboetes moet de overheid deze gewoon zelf voor haar rekening nemen. Goed nieuws dus voor overtreders?
De rechter vindt dat een verkeersboete bedoeld is als sanctie, die moet voorkomen dat iemand nog een keer in de fout gaat. Er is dus geen sprake van een tegenprestatie of het heffen van belasting. Het CJIB presenteert de boete wel op zo’n manier dat het lijkt alsof het om een belasting gaat. Dat verschil is belangrijk, want bij een belasting mag de overheid wel administratiekosten in rekening brengen, maar bij een sanctie niet. Volgens de rechter had het CJIB dus de administratiekosten ten onrechte in rekening gebracht.
Helaas betekent dit niet dat uw onderneming bezwaar kan maken tegen de administratiekosten. Bezwaar maken tegen administratiekosten is wettelijk namelijk niet mogelijk. Als u het gevecht aan wilt gaan, moet u – net als de man uit de rechtszaak – alleen de boete betalen. Het CJIB zal u dan uiteindelijk via een dwangbevel tot betaling van de administratiekosten dwingen. Tegen dit dwangbevel kunt u wél in beroep gaan, waarbij u kunt verwijzen naar de uitspraak van de rechter. Omdat aan een dwangbevel ook weer kosten zijn verbonden (afhankelijk van de hoogte van de boete), is het echter maar de vraag of u dit risico moet willen nemen. Het CJIB is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechter. Zolang de uitslag daarvan nog niet bekend is, blijft de instantie gewoon administratiekosten berekenen.